Psycho Motorische Therapie (PMT) Behandelmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel gesprekken als fysieke oefeningen. Toegepast bij o.a. depressie, eetstoornissen of spanningsklachten. Belang Psychomotorische therapie (PMT) is en behandelmethode waarbij gebruik gemaakt wordt van zowel gesprekken als fysieke oefeningen. PMT wordt onder anderen toegepast bij volwassenen met autisme met stemmingsstoornissen, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen of spanningsklachten. 1929 Actieve therapie 1962 Bewegingstherapie 1978 Psychomotorische therapie Autismepaspoort Naam behandeling Psychomotorische therapie Auteurs R. Pierloot & H. van Coppenolle Beroep Psychiaters Instelling Universitair Psychiatrisch Ziekenhuis / Universiteit van Leuven Nationaliteit België Beoogde competentie Somatiseren Ondersteunende theorie Ontlichaming Kenmerken Psychomotorische therapie maakt meestal onderdeel uit van een breder behandelaanbod van een GGZ-instelling. Als je bijvoorbeeld wordt behandeld voor een persoonlijkheidsstoornis of eetstoornis kan je regiebehandelaar voorstellen dat je naast gesprekken met een psycholoog of deelname aan groepstherapie ook psychomotorische therapie volgt. Psychomotorische therapie wordt meestal gegeven door een fysiotherapeut. In de eerste bijeenkomst bespreek je met de therapeut aan welke doelen je samen gaat werken. Als je bijvoorbeeld spanningsklachten hebt kan het gaan om het verminder van lichamelijke spanning. Of wanneer je moeite hebt om de signalen van je lichaam te herkennen kan het gaan om lichaamsbewustzijn. In de bijeenkomsten die daarop volgen zit je soms alleen maar aan tafel en heb je alleen maar een gesprek. In andere bijeenkomsten ga je naar een soort gymzaal, waar je samen met je therapeut een fysieke oefening doet, zoals een bal over gooien of proberen te balanceren. Bij PMT kun je ook huiswerkopdrachten mee krijgen. Soms is dit een lichamelijke oefening. Soms lijkt het meer op cognitieve therapie, als je bijvoorbeeld een schema invult over wat je voelt (lichamelijke sensaties), wat je denkt (gedachten) en wat je doet (gedrag). PMT kan zowel individueel als in een groep gegeven worden. Individuele PMT bestaat meestal uit 10 sessies of meer. Een PMT-groep is meestal korter en beperkt tot zo’n 5 bijeenkomsten. Ontwikkeling Simon Het boek Aktive Krankenbehandlung in der Irrenanstalt van de Duitse psychiater H. Simon leidt tot nieuwe ideeën over een meer actieve behandeling voor patiënten met een geestelijke aandoening. In tegenstelling tot de bestaande benadering, waarin vooral rust en binnen in de instelling blijven werd geboden, stond Simon een benadering voor waarin naar buiten gaan en actief bewegen werd aanbevolen. Deze benadering werd bekend als “actieve therapie”. 1929 De Nayer De Belgische professor De Nayer van de faculteit bewegingswetenschap en revalidatie introduceert vakken op het gebied van bewegingstherapie in geestelijke gezondheidszorg binnen het vakkenpakket voor de opleiding fysiotherapie, wat in die tijd een zeer innovatief idee was. 1962 Pierloot Met het boek Algemene grondslagen van de bewegingstherapie in depsychiatrie ontwikkelt de Belgische professor R. Pierloot een eerste Nederlandstalig handboek voor wat dan “bewegingstherapie” heet. 1968 Van Coppenolle Het boek Algemene grondslagen van psychomotorische therapie voor psychisch gestoorden markeert een verschuiving van “bewegingstherapie” naar “psychomotorische therapie “. Bij PMT gaat het niet zozeer meer om beweging ter bevordering van geestelijke gezondheid, maar meer om de interactie tussen lichamelijke activiteit, geest en fysieke omgeving. Hierbij spelen ook lichaamsbewustzijn en ontspanning een belangrijke rol. 1978 Van Coppenolle & Pierloot In een studie naar het effect van psychomotorische therapie vinden Van Coppenolle & Pierloot dat psychiatrische patiënten zelf de meeste verandering toeschreven aan individuele psychotherapie (23%), groepspsychotherapie (21%), medicatie (15%) en psychomotorische therapie (15%). Minder verandering werd toegeschreven aan creatieve therapie (9%) en bezigheidstherapie (2%). 1978 Klijnstra In haar afstudeerscriptie voor de opleiding Psychomotorische therapie en Bewegingsagogie aan de Hogeschool Windesheim verkent Liana Klijnstra mogelijkheden van PMT om bij te dragen aan de participatie van jongvolwassenen met autisme. Kleinstra merkt op dat veel mensen met autisme negatieve ervaringen opgedaan hebben met gym op school (‘gymtrauma’). PMT kan een bijdrage leveren door positieve ervaringen met bewegen op te doen. 2010 ElGarhy & Liu In een studie naar het effect van psychomotorische therapie bij kinderen met autisme vinden Amerikaanse onderzoekers dat een programma van 10 weken een groot effect heeft op het bewustzijn van het eigen lichaam en het concept van beweging (richting) en ruimte. 2017 Ervaringen van autisten “PMT geeft soms verrassende inzichten die je met alleen praten lang niet altijd ontdekt. Zo kreeg ik de keer de opdracht om met één been balans te houden op een bal. Bij het bespreken zij mijn therapeut: “Het viel me op dat je erg volhoudend bent. Ik heb nog nooit iemand gehad die het zo lang bleef proberen.”” “Ontspannen is voor mij lastig. De therapeut gaf mij de opdracht “ga maar lekker liggen” en heeft mij er op gewezen hoe ik een fijne houding kan zoeken, kussentjes gebruiken enzo.” “Ik heb geleerd om lichaamssignalen die aangeven dat de spanning oploopt beter te herkennen geven, zodat ik beter mijn grens aan kan geven.” “Ik heb leren luisteren naar mijn lichaam. De combinatie van bewegen en praten werkte goed voor mij.” Betekenis voor autismevriendelijk Nederland In autismevriendelijk Nederland worden specifieke modules aangeboden voor psychomotorische therapie voor volwassenen met autisme en wordt meer onderzoek verricht naar de effectiviteit hiervan. Links Michel Probst e.a. (2010), Psychomotor therapy and psychiatry: what’s in a name Michel Probst (2017), Psychomotor Therapy for Patients with Severe Mental Health Disorders