Affectief gedrag Knuffelen, zoenen en zeggen dat je om iemand geeft is één van de onderwerpen waarop volwassenen met autisme sterk van elkaar verschillen. Belang Affectief gedrag is één van de onderwerpen waarop volwassenen met autisme sterk van elkaar verschillen. Sommigen houden erg van knuffels en zoenen en zeggen gemakkelijk dat ze om iemand geven. Anderen voelen zich zeer ongemakkelijk bij affectieve aanrakingen en zeggen nooit dat ze van iemand houden. Voor beide groepen kan hun houding echter problemen geven, zowel voor zichzelf als in relatie met anderen. Hoe vaak komt het voor? Artboard 19 28% van alle affectieve gedragingen bestaat uit affectieve uitspraken Artboard 19 33% van alle affectieve gedragingen bestaat uit affectieve aanrakingen Artboard 19 67% van alle affectieve gedragingen wordt beantwoord door de persoon op wie ze gericht zijn Artboard 19 70% van alle affectieve momenten tussen partners is niet-seksueel Artboard 19 30% van de interactie tussen Westerse moeders en hun kleine kinderen bestaat uit aanraking, voor niet-Westerse moeders is dit zelfs 60% Artboard 19 80% van de mensen die weinig blootgesteld wordt aan aanraking heeft geen partner en/of kinderen Artboard 19 50% van de variantie in sensorische gevoeligheid bij autisten kan verklaard worden door angstigheid en een afkeer van onvoorspelbaarheid Artboard 19 50% van de CT-vezels van autistisch kinderen die ongevoelig zijn voor aanraking mist, doordat te veel van deze vezels ‘weggesnoeid’ zijn Individuele verschillen Vroeg ervaringen De mate waarin volwassenen affectief gedrag vertonen wordt voor een groot deel bepaald door de mate waarin ze als kind blootgesteld werden aan aanraking; volwassenen met autisme die als kind weinig geknuffeld en gekust werden, zijn minder geneigd om affectief gedrag te vertonen dan volwassenen met autisme die als kind veel geknuffeld en gekust werden Huidige blootstelling De mate waarin mensen plezier ontlenen aan aanraking is afhankelijk van de regelmaat waarmee ze er aan blootgesteld worden; autistische volwassenen worden minder vaak aangeraakt dan neurotypische volwassenen, waardoor ze ook minder plezier ervaren en in minder mate ontspannen wanneer ze affectief aangeraakt worden Cultuur De mate waarin mensen affectief gedrag vertonen is afhankelijk van de mate waarin dit gedrag acceptabel is binnen hun gezinscultuur; autistische volwassenen uit niet-westers culturen voelen zich over het algemeen comfortabeler bij affectief gedrag dan autistische volwassenen uit westerse culturen Temperament Wanneer autistische volwassenen met een sociaal angstig temperament per ongeluk aangeraakt worden door een vreemde, reageren ze hierop door zich gespannen te voelen en afstand te creëren, terwijl autistische volwassenen met een emotioneel stabieler temperament hier neutraler op reageren Ervaringen van autistische volwassenen “Licht aanrakingen hou ik niet van. Daar kan ik echt niet tegen. Ik denk dat het te maken heeft met de hoeveelheid informatie die daarmee in één keer binnenkomt. Een lichte aanraking geeft een hoop signalen. ” “Ik ben een affectief persoon en voel vaak de aandrang om “Ik hou van je” te zeggen. Ik heb die aandrang vaak gehad bij mensen bij wie het misschien niet gepast is om te zeggen, zoals iemand die alleen maar aardig tegen me was, maar waar ik erg dankbaar voor was. Ik kan het dus niet altijd zeggen wanneer ik dat wil en dat maakt me soms verdrietig. Gelukkig heb ik een partner tegen wie ik het honderd keer per dag kan zeggen. ” “Als je mij een knuffel wil geven, moet je een grote beweging maken, zodat ik het op tijd opmerk en er niet door verrast wordt. En het moet een stevige knuffel zijn. Ik weet niet precies waarom, maar lichte aanrakingen voelen erg ongemakkelijk voor mij. Ik word dus liever niet geknuffeld dan licht geknuffeld. Als je me zonder waarschuwing of te licht knuffelt, breek ik het gelijk af. ” “Ik doe niet echt aan affectie tonen, zelfs niet bij mij moeder. Maar dat betekent niet dat ik niet van haar hou. ” “Als ik een woede- of paniekaanval heb, laat ik mijn partner me stevig knuffelen en een beetje heen en weer wiegen totdat ik rustig word. Het klinkt misschien wat kinderachtig, maar het werkt altijd.” “Ik heb nooit plezier gehad aan menselijk contact, met name knuffelen en zoenen. Ik heb het hier en daar wat geprobeerd, omdat we geacht worden ervan te houden, maar het voelt altijd ongemakkelijk voor mij. ” “Ik kan wel zeggen dat ik van iemand hou als ik het op dat moment ook voel, maar vind het moeilijk om bijvoorbeeld tegen mijn ouders of partner te zeggen dat ik ook van hen hou als ik het op dat moment niet voel.” “Als iemand tegen mij zegt dat ‘ie me graag ziet’, dan zeg ik helemaal niks. Ik neem het maar als een uitnodiging voor een knuffel. Ik ben een knuffelbeer, maar kan niet zoveel met grote woorden als ‘liefde’.” CT-vezels CT-vezels in de huid van sociaal angstige volwassenen hebben een lagere drempel voor activering dan CT-vezels in de huid van emotioneel stabiele volwassenen. Autisten die ongevoelig zijn voor aanraking lijken veel minder CT-vezels te hebben, mogelijk hebben autisten die overgevoelig zijn voor aanraking er meer dan normaal Sociale brein Bij emotioneel stabiele volwassenen zorgt activering van CT-vezels voor de-activering van gebieden in de hersenen die aangeven dat de sociale omgeving onveilig is, waardoor wantrouwen en waakzaamheid afnemen. Bij sociaal angstige volwassenen vindt deze de-activering echter minder plaats Somatosensorische brein Wanneer normaal affectieve volwassenen anderen mensen elkaar zien knuffelen “weten” zij wat er gebeurt en worden ook bepaalde gebieden in hun somatosensorische brein gestimuleerd, zodat ze zelf als het ware “voelen” wat er gebeurt; bij mensen die weinig plezier beleven aan aanraking gebeurt dit laatste echter niet Context De mate waarin een aanraking voorspelbaar is, speelt een belangrijke rol in de reactiviteit. Betekenis voor autismevriendelijk Nederland “Ik hou er van om geknuffeld en aangeraakt te worden. In de praktijk raak ik echter erg gespannen en voel ik me ongemakkelijk. Wanneer ik mensen dichtbij laat komen draait het er vrij vaak op uit dat ik emotioneel gekwetst word. Daarom bouw ik een muur om mezelf heen en aanraking zorgt voor scheuren in de muur die ik misschien liever omhoog hou.” “Ik hou er over het algemeen niet van om aangeraakt te worden, vooral in mijn gezicht en nek. Ik voel me daar extreem ongemakkelijk bij, tot het punt dat ik er fysiek agressief van kan worden. Zodra de aanraking onderbroken wordt, word ik gelijk weer rustig. ” “Er is weinig mis met mij dat een goede liefdevolle knuffel niet kan oplossen. ” “Nadat mijn vrouw en ik een paar maanden bij elkaar waren, was zij het die als eerste zei dat ze van me hield. Ik geloof dat ik toen zei, ‘Ik begin ook steeds meer om jou te geven’. Zij vond het een goede reactie, zei ze later. ” “Hoewel ik ondergevoelig ben voor pijn, ga ik van een lichte aanraking uit m’n dak. Elke keer dat mijn man dat bij me doet, waarschuw ik hem dat ik niet verantwoordelijk ben voor de gevolgen als hij dat doet. ” “Ik ben erg affectief. Ik hou ervan om mijn vriend aan te raken, te knuffelen en te zoenen. Ik knuffel mijn vrienden bijna dagelijks. ” “Ik ben erg affectief met dieren, maar helemaal niet met mensen. Ik hou ervan om mijn kat te knuffelen, maar ik haat het wanneer mensen me aanraken. ” “Ik kom uit een vrij affectieve familie, met knuffels en zoenen als begroeting, afscheid of goedenacht. Ik laat het toe als iemand anders het doet, maar zou het niet uit mezelf doen.” “Ik heb alleen problemen met aanraking wanneer ik het totaal niet verwacht. Voor de rest hou ik ervan. ” In autismevriendelijk Nederland wordt er bij mensen met autisme die moeite hebben met aanraking niet meteen van uit gegaan dat zij alleen aanrakingsvermijdend zijn en geen behoefte hebben aan aanraking. In plaats daarvan wordt meer rekening gehouden met de mogelijkheid van aanrakingsambivalentie. In sociale vaardigheidstrainingen wordt meer aandacht besteedt aan sociale aanraking als een geleerde vaardigheid. Indien gewenst wordt massagetherapie aangeboden als een manier om gewend te raken aan aanraking. Links Karen Gladney & Larry Barker (1979), The effects of tactile history on attitudes toward and frequency of touching behavior Rivka Landau (1989), Affect and attachment: Kissing, hugging, and patting as attachment behaviors Carissa Cascio e.a. (2008), Tactile Perception in Adults with Autism: a Multidimensional Psychophysical Study Mika Takeuchi e.a. (2009),