Nu bezig:
Verken je autisme (vrouwen) tot – Online gespreksgroep
Bekijk activiteit

Repetitief motorisch gedrag zelftest

Vragenlijst

Geef aan hoe vaak op een dag je het volgende gedrag vertoont.

  1. Frutselen (iets herhaaldelijk rondraaien of rondslingeren, ergens mee tikken)
  2. Wiegen (je bovenlichaam herhaaldelijk van voren naar achteren of van zij naar zij heen en weer schommelen, zittend of staand)
  3. IJsberen (herhaaldelijk door dezelfde ruimte heen en weer lopen)
  4. Fladderen (herhaaldelijk je vingers of handen heen en weer flapperen of zwaaien)

Bronnen